op een vrijdagavond fiets ik naar huis
plastic bloemen tollend om mijn stuur
de wind stuurt de kleuren in een wuif
plastic bloemen tollend om mijn stuur
de wind stuurt de kleuren in een wuif
op twee hoog staat een man in de
keuken
een broodje te smeren, rechtsonder staan de gordijnen
open, op het fietspad liggen her en der miezerige peuken
een broodje te smeren, rechtsonder staan de gordijnen
open, op het fietspad liggen her en der miezerige peuken
de maan is een sikkel,
gekromd om de nacht, scherp en de bladeren
zijn om takken gewikkeld
gekromd om de nacht, scherp en de bladeren
zijn om takken gewikkeld
op een vrijdagavond ben ik
- langs de sloot, eendjes verscholen, warm en -
zo stil als een muis
- langs de sloot, eendjes verscholen, warm en -
zo stil als een muis